s-602
| Kiev (Oekraïne) |
s-603
| Peking (China) |
s-604
| Zie ook |
s-605
| Brussel in de literatuur |
s-606
| Lijst van gebouwen in Brussel |
s-607
| Externe links |
s-608
| Officiële webpagina van de gemeente Brussel |
s-609
| Interactieve kaart van Brussel |
s-610
| Website over de Brusselse Vijfhoek, het historische centrum |
s-611
| Online studies die te maken hebben met Brussel |
s-612
| Meer links over Brussel |
s-613
| Daarin vinden we vele leenwoorden uit het Nederlands en een zekere beïnvloeding van de uitspraak (zie externe links). |
s-614
| In het artikel over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is meer informatie te vinden over het gebruik van de beide officiële talen in Brussel. |
s-615
| Brussel maakt deel uit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en leent zijn naam als hoofdstad en aan verschillende bestuurzetels die terug te vinden zijn onder het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
s-616
| Door het internationaal karakter van deze instellingen en door het grote aantal buitenlanders en bewoners uit Vlaanderen en Wallonië zijn er nog maar weinig « echte Brusselaars » te vinden. |
s-617
| Ze kregen zelfs een speciale benaming. |
s-618
| Zo is een « Ketje » een inwoner van Brussel die er zelf geboren is en waarvan beide ouders ook geboren en getogen Brusselaars waren, een « Zinneke » is er ook geboren doch heeft slechts één ouder die zich « Ketje » mag noemen. |
s-619
| Kenmerkend is hun taalgebruik. |
s-620
| Het oorspronkelijk Brussels is een van de Brabantse dialecten van het Nederlands. |
s-621
| Het kenmerkt zich taalkundig gezien door o.m. leenwoorden uit het Frans en door sommige klanken die onder Franse invloed staan. |
s-622
| Het evolueerde uit de lokale variante van het Diets - een voorloper van het Nederlands - dat er in de Middeleeuwen algemeen gesproken werd. |
s-623
| Er bestaat ook een Brusselse variant van het Frans. |
s-624
| Geschiedenis |
s-625
| Brussel ontstond rond een castrum op een eiland in de Zenne. |
s-626
| De stad werd achtereenvolgens de hoofdstad van het hertogdom Brabant, de Zeventien Provinciën, de Zuidelijke Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, België, de Vlaamse en Franse Gemeenschap, de Europese Unie. |
s-627
| Politiek |
s-628
| Vanaf de jaren zestig zijn veel van die kasseien weer verdwenen onder een laag asfalt, maar ze hadden inmiddels zo'n eigen karakter aan Parijs-Roubaix gegeven, dat de organisatie haar best doet in de omgeving originele kasseistroken te vinden en ze zo mogelijk als erfgoed te laten beschermen. |
s-629
| Sommige kasseienstroken zijn alleen toegankelijk voor publiek op de wedstrijddag. |
s-630
| Tegenwoordig moeten de renners elk jaar over meer dan 50 km kasseien rijden. |
s-631
| Bekende kasseienstroken zijn het Bos van Wallers-Arenberg, Pevelenberg (Mons-en-Pévèle) en het Carrefour de l'Arbre. |
s-632
| Elke kasseistrook (« fr: secteur pavé ») krijgt een gradatie in de vorm van sterren, waarbij 5 sterren de slechtste stroken aanduiden. |
s-633
| In 2005 werd voor het eerst in veertig jaar het Bos van Wallers buiten het parcours gelaten, vanwege de slechte toestand van de kasseien aldaar. |
s-634
| In 2006 werd de strook terug opgenomen in het parcours. |
s-635
| De belangrijkste kasseistroken |
s-636
| Dramatiek |
s-637
| Alleen al omdat de wedstrijd plaatsvindt tijdens de maand april, terwijl het vaak regent en nog behoorlijk koud is, blijft Paris-Roubaix de wielerliefhebber aanspreken. |
s-638
| Geen enkele wedstrijd komt dichter in de buurt van wielrennerij in zijn oervorm. |
s-639
| In geen enkele andere eendagswedstrijd liggen vreugde, verdriet, roem en dramatiek zo dichtbij elkaar als tussen het vertrekpunt, de Place du Palais te Compiègne, en de aankomst op de velodroom van het Noord-Franse Roubaix. |
s-640
| De kinderkopjes liggen er nergens zo verraderlijk, grauw en grimmig bij als in de « hel van het noorden ». |
s-641
| Eén blik op de erelijst maakt duidelijk dat enkel de allergrootsten de vaak onmenselijke tocht over de Franse kasseiwegen tot een goed einde wisten te brengen. |
s-642
| Heroïsch zijn de veldslagen waar Octave Lapize, Gaston Rebry, Rik Van Steenbergen, Rik Van Looy, Peter Post, Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck (alias « Monsieur Paris-Roubaix »), Francesco Moser, Hennie Kuiper, Sean Kelly, Bernard Hinault en Gilbert Duclos-Lassalle als triomfator naar voor zijn gekomen. |
s-643
| Ieder jaar worden deze « flandriens » aangemoedigd door duizenden wielerliefhebbers die in grote getalen naar verlaten landweggetjes in Troisvilles, Wallers en Cysoing afzakken om de doortocht van hun helden mee te maken. |
s-644
| Voor wie als eerste, vaak onherkenbaar door stof en slijk, de wielerbaan bereikt te Roubaix gaan echter de hemelpoorten open. |
s-645
| De anderen spoeden zich naar de verouderde douches om alle sporen en ellende van de voorbije tocht door het voorgeborgte van de hel weg te spoelen. |
s-646
| 'De Dubbel' |
s-647
| Parijs-Roubaix wordt soms vergeleken met die andere kasseiklassieker: de Ronde van Vlaanderen die altijd de zondag voor Parijs-Roubaix op de Vlaamse wegen verreden wordt. |
s-648
| De « Ronde » wordt getypeerd als een race met een resem Vlaamse hellingen, waarvan het merendeel met kinderkopjes geplaveid is (vandaar ook een kasseiklassieker). |
s-649
| Parijs-Roubaix, daarentegen, heeft geen hellingen maar telt wel heel wat kasseistroken, die er veel zwaarder - lees heroïscher - bij liggen dan in Vlaanderen. |
s-650
| Dat vergt dus een grotere behendigheid. |
s-651
| Als je de Ronde wint én de week erna ook in Roubaix mag zegevieren, dan heb je niet zomaar twee wereldbekerkoersen op één week tijd gewonnen. |
s-652
| Je mag je dan terecht kasseikoning noemen die « de dubbel » gepakt heeft. |
s-653
| Het volgende zeer beperkte kransje aan renners slaagde in die machtige prestatie. |
s-654
| Renners die beide kasseiklassiekers op één jaar tijd wonnen en daarmee eeuwige roem genieten: |
s-655
| Fietsen en materiaal |
s-656
| Parijs-Roubaix |
s-657
| Door de vaak barre weersomstandigheden waarin de renners over de kasseien moeten dokkeren, kiezen ploegen vaak voor specifiek technisch materiaal. |
s-658
| Een specifieke frame- en wielenkeuze zijn vaak typerend voor deze wedstrijd. |
s-659
| De gebruikte fietsen in P-R hebben dan ook veel weg van de cyclocross. |
s-660
| Zo wordt meestal gekozen voor bredere banden, of specifieke remsoorten. |
s-661
| Veel ploegen kiezen er voor om her en der op het parcours extra personeel met reservewielen (of soms met reservefietsen) te plaatsen omdat veel stroken vaak niet of moeilijk bereikbaar zijn met de ploegwagen. |
s-662
| Zo wordt de renner beter geassisteerd bij eventuele materiaalbreuk of platte band. |
s-663
| Sommige toprenners gebruiken zelfs speciale frames, die geoptimaliseerd zijn voor het dokkerwerk van P-R. Deze frames bieden meer stabiliteit en comfort voor de renner. |
s-664
| In 2005 gebruikte winnaar Tom Boonen een TIME frame met langere wielbasis. |
s-665
| In diezelfde editie gebruikte George Hincapie een TREK-prototype frame met een 2 mm dikke vering aan de zitting, die - volgens de producenten - haast alle schokken zou opvangen. |
s-666
| Al een tijdje kunnen de renners bij bandbreuk assistentie vragen van een neutrale motor die tussen de renners laveert. |
s-667
| De typische gele moto's voeren wielen met zich mee die ter beschikking staan van de renners met pech. |
s-668
| Quotes over Parijs-Roubaix |
s-669
| Overzicht winnaars |
s-670
| 1997 - Frédéric Guesdon () |
s-671
| 1996 - Johan Museeuw () |
s-672
| 1995 - Franco Ballerini () |
s-673
| 1994 - Andrei Tchmil () (*) |
s-674
| 1993 - Gilbert Duclos-Lassalle () |
s-675
| 1992 - Gilbert Duclos-Lassalle () |
s-676
| 1991 - Marc Madiot () |
s-677
| 1990 - Eddy Planckaert () |
s-678
| 1989 - Jean-Marie Wampers () |
s-679
| 1988 - Dirk Demol () |
s-680
| 2006 - Fabian Cancellara () |
s-681
| 1987 - Eric Vanderaerden () |
s-682
| 1986 - Sean Kelly () |
s-683
| 1985 - Marc Madiot () |
s-684
| 1984 - Sean Kelly () |
s-685
| 1983 - Hennie Kuiper () |
s-686
| 1982 - Jan Raas () |
s-687
| 1981 - Bernard Hinault () |
s-688
| 1980 - Francesco Moser () |
s-689
| 1979 - Francesco Moser () |
s-690
| 1978 - Francesco Moser () |
s-691
| 2005 - Tom Boonen () |
s-692
| 1977 - Roger De Vlaeminck () |
s-693
| 1976 - Marc Demeyer () |
s-694
| 1975 - Roger De Vlaeminck () |
s-695
| 1974 - Roger De Vlaeminck () |
s-696
| 1973 - Eddy Merckx () |
s-697
| 1972 - Roger De Vlaeminck () |
s-698
| 2004 - Magnus Bäckstedt () |
s-699
| 2003 - Peter Van Petegem () |
s-700
| 2002 - Johan Museeuw () |
s-701
| 2001 - Servais Knaven () |