Dependency Tree

Universal Dependencies - Dutch - LassySmall

LanguageDutch
ProjectLassySmall
Corpus Parttest
AnnotationBouma, Gosse; van Noord, Gertjan

Select a sentence

Showing 303 - 402 of 876 • previousnext

s-303 Franstaligen behielden alle door hen gecontroleerde afzonderlijke verkozen volksvertegenwoordigingen en regeringen ('executieven').
s-304 De economie van België is met name gebaseerd op de diensten, vervoer, handel en de industrie.
s-305 De mijnbouw, die ondertussen is stopgezet, en de productie van staal, chemische producten en cement zijn geconcentreerd in de valleien van Samber en Maas, in de Borinage rond Bergen, Charleroi, Namen en Luik en in het Kempisch steenkoolbekken.
s-306 Luik is een belangrijk staalcentrum.
s-307 Reeds lang worden metaalproducten zoals bruggen, zware machines, industriële en chirurgische apparatuur, motorvoertuigen, werktuigen en munitie vervaardigd.
s-308 De chemische producten omvatten meststoffen, kleurstoffen, geneesmiddelen en plastieken; de petrochemische industrie is geconcentreerd dichtbij de olieraffinaderijen van Antwerpen.
s-309 De textielproductie, die in de middeleeuwen begon, omvat katoen, linnen, wol en synthetische vezels; tapijten en dekens zijn belangrijke vervaardigde producten.
s-310 Gent, Kortrijk, Doornik en Verviers zijn allen textielcentra; Mechelen, Brugge en Brussel zijn beroemd vanwege hun kant.
s-311 Andere industrieën omvatten diamantslijperij (Antwerpen is een belangrijk diamantcentrum), cement en glasproductie, en de verwerking van leer en hout.
s-312 Meer dan 75% van de elektriciteit van België wordt opgewekt uit kernenergie.
s-313 De Belgische industrie is zwaar afhankelijk van de invoer voor zijn grondstoffen.
s-314 Het meeste ijzer komt uit het bassin van Lotharingen in Frankrijk, terwijl de non-ferro metaalproducten van ingevoerde grondstoffen worden gemaakt, waaronder zink, koper, lood en tin.
s-315 De uitvoer (handel) omvat ijzer en staal, vervoersapparatuur, tractoren, diamanten en aardolieproducten.
s-316 De industriële centra zijn verbonden met elkaar en met de belangrijkste havens van Antwerpen en Gent door de rivieren de Maas en de Schelde en hun zijrivieren, door een netwerk van kanalen (in het bijzonder Albertkanaal), en door een uitgebreid spoorwegsysteem.
s-317 België heeft veel vruchtbare en goed bewaterde grond, hoewel de landbouw slechts een klein percentage van het aantal arbeidskrachten vertegenwoordigt.
s-318 De belangrijkste gewassen zijn tarwe, haver, rogge, gerst, suikerbieten, aardappels en vlas.
s-319 Rundvee en varkens evenals de zuivelproductie (vooral in Vlaanderen) zijn ook belangrijk.
s-320 Het verwerkte voedsel omvat bietsuiker, kaas en andere zuivelproducten; bier en andere dranken worden ook vervaardigd.
s-321 De munteenheid is sinds 1 januari 2002 de gemeenschappelijke Europese munt euro (EUR) het enige wettelijke betaalmiddel.
s-322 Voordien was dit de Belgische frank (BEF).
s-323 Deze was reeds sinds 1 januari 1999 gekoppeld aan de gemeenschappelijke Europese munt.
s-324 (1 euro = 40.3399 BEF)
s-325 Van 1926 tot 1946 is er ook als munt de Belga geweest.
s-326 Deze benaming was niet populair en werd in 1946 afgeschaft.
s-327 Politiek
s-328 Staatsstructuur
s-329 België is een federaal land en een constitutionele monarchie met aan het hoofd een rechtstreeks afstammeling van Koning Leopold I, momenteel koning Albert II.
s-330 België telt zeven parlementen en zes regeringen.
s-331 Hierbij is de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel niet bijgeteld als parlement.
s-332 De Heilige Jozef is de patroonheilige van België.
s-333 De wapenspreuk luidt: Eendracht maakt macht.
s-334 1.
s-335 Federaal niveau:
s-336 Koning Albert II
s-337 Federaal Parlement, met Senaat en Kamer van Volksvertegenwoordigers
s-338 Federale Regering
s-339 Federale Instellingen
s-340 2.
s-341 Gemeenschapsniveau: België is onderverdeeld in 4 verschillende gemeenschappen:
s-342 de Franstalige Gemeenschap,
s-343 de Duitstalige Gemeenschap,
s-344 het Gemeenschappelijke Gemeenschap (Brussel), onderverdeeld in een Vlaamse Gemeenschap en Franstalige Gemeenschap.
s-345 de Vlaamse Gemeenschap.
s-346 De gemeenschappen staan in voor persoongebonden materies: culturele aangelegenheden, onderwijs, gezondheid, welzijn en taalgebruik.
s-347 Elke gemeenschap heeft een gemeenschapsraad (d.i. de wetgevende macht) en gemeenschapsregering (uitvoerende macht).
s-348 De Vlaamse gemeenschap en het Vlaams gewest hebben echter een gemeenschappelijk parlement en regering, omdat in tegenstelling met het Waals Gewest er in het Vlaams Gewest maar 1 taal gesproken wordt: het Nederlands.
s-349 In het Waals Gewest is dat Frans en Duits, daarom is er nood aan een apart bestuur voor de Franstalige Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap.
s-350 3.
s-351 Gewestelijk niveau: België is onderverdeeld in 3 gewesten:
s-352 het Waals Gewest
s-353 het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
s-354 het Vlaams Gewest
s-355 De gewesten staan in voor grondgebied-gerelateerde materies: ruimtelijke ordening, milieu, landbouw, huisvesting, energie, werkgelegenheid, openbare werken en vervoer, economie en buitenlands handel, toezicht gemeenten en provincies en ontwikkelingssamenwerking.
s-356 Elk gewest heeft een parlement en regering.
s-357 4.
s-358 Taalgebieden: België heeft 4 taalgebieden: het Franstalig taalgebied, het Duitstalig taalgebied, het Tweetalig gebied (Brussel) en het Nederlandstalig taalgebied.
s-359 5.
s-360 Provinciaal niveau: België telt 10 provincies.
s-361 Geschiedenis
s-362 Verhofstadt!
s-363 In 1982 werd de dan 29-jarige Guy Verhofstadt voorzitter van de partij.
s-364 Tijdens hun deelname aan de regering werd hij tussen 1986 en 1988 zelfs vice-premier en minister van Begroting.
s-365 Annemie Neyts volgde hem op als de eerste vrouwelijke partijvoorzitter.
s-366 In 1989 nam Verhofstadt de voorzittersfakkel weer over.
s-367 In deze periode schreef hij zijn burgermanifesten.
s-368 Van PVV naar VLD
s-369 In 1992 werd de partij onder impuls van Verhofstadt omgevormd naar de VLD.
s-370 Naast een nieuwe naam kwamen er ook veel verruimers die toetraden tot de nieuwe partij, vooral enkele bekende figuren uit de toenmalige Volksunie maakten de overstap.
s-371 Bijvoorbeeld Jaak Gabriels, toenmalige voorzitter van de VU en Hugo Coveliers.
s-372 Vanaf begin jaren 90 ging de VLD er bij elke verkiezing op vooruit.
s-373 Paars
s-374 Na de dioxinecrisis in 1999 ging de VLD er opnieuw sterk vooruit en werd nipt de grootste partij van Vlaanderen.
s-375 Guy Verhofstadt werd eerste minister van de federale regering en Patrick Dewael minister-president van de Vlaamse Regering.
s-376 Beide stonden ze aan het hoofd van een paarsgroene coalitie.
s-377 Na de federale verkiezingen van 2003 gingen de paarse partijen verder zonder Groen!.
s-378 Dewael stapte over naar de federale regering en Bart Somers werd minister-president.
s-379 De verkiezingen van 2004
s-380 De aanloop naar de Vlaamse verkiezingen van 2004 werd voor de VLD gekenmerkt door enkele zware aanvaringen tussen figuren aan de top van de partij.
s-381 Zo werd Hugo Coveliers uit de partij gezet door zijn aanhoudende kritiek op het aanhouden van het cordon sanitaire.
s-382 Ook moest Karel De Gucht tijdelijk aftreden als voorzitter.
s-383 In 2003 onthield de partij zich bij de stemming over het toekennen van het vreemdelingenstemrecht, hoewel altijd gezegd werd dat de partij ertegen was.
s-384 Dit alles zorgde voor een erg slecht resultaat in de verkiezingen.
s-385 Dit was ook de periode waarin heel wat liberale scheurlijsten werden gevormd zoals het Liberaal Appèl van Ward Beysen, Veilig Blauw van Leo Govaerts en VLOTT van Hugo Coveliers.
s-386 De verkiezingen van 2006
s-387 De partij verloor zwaar in drie vierde van alle gemeenten waar ze deelnam aan de gemeenteraadsverkiezingen.
s-388 Daags na de verkiezingen verzocht voorzitter Somers de interne tuchtcommissie om senator Jean-Marie Dedecker uit de partij te zetten, omdat hij zorgde voor te veel onrust binnen de partij.
s-389 De tuchtcommissie besliste op maandag 16 oktober 2006 dat Jean-Marie Dedecker uitgesloten wordt uit de VLD.
s-390 Vlaamse Liberalen en Democraten
s-391 Bekende VLD-ers
s-392 Enkele bekende VLD-leden zijn:
s-393 Marino Keulen (minister van Binnenlandse Zaken, Wonen en Inburgering in de Vlaamse regering)
s-394 Herman De Croo (voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers)
s-395 Fons Borginon (fractieleider in de Kamer van Volksvertegenwoordigers)
s-396 Paul Wille (fractieleider in de Senaat)
s-397 Patricia Ceysens (fractieleidster in het Vlaams Parlement)
s-398 Jean-Luc Vanraes (fractieleider in het Brussels Parlement)
s-399 Dirk Sterckx (Europees parlementslid)
s-400 Annemie Neyts (Europees parlementslid)
s-401 Bart Somers (voorzitter)
s-402 Guy Verhofstadt (huidige Belgische eerste minister)

Text viewDownload CoNNL-U