Dependency Tree

Universal Dependencies - Dutch - LassySmall

LanguageDutch
ProjectLassySmall
Corpus Parttest
AnnotationBouma, Gosse; van Noord, Gertjan

Select a sentence

Showing 101 - 200 of 876 • previousnext

s-101 Paul Janssen
s-102 Godfried van Bouillon
s-103 Leo Baekeland
s-104 Peter Benoit
s-105 Jacques Brel
s-106 Pieter Breugel
s-107 Hendrik Conscience
s-108 Adolf Daens
s-109 Pater Damiaan
s-110 César Franck
s-111 Bronnen
s-112 NIS -
s-113 structuur van de bevolking
s-114 WESP: historical demographical data
s-115 Zie ook
s-116 Portaal over België
s-117 Artikels over België
s-118 België van A tot Z
s-119 Geschiedenis van België
s-120 Zoetwater in de Benelux
s-121 Externe links
s-122 Overheidssites
s-123 Federale portaalsite
s-124 Belgische grondwet
s-125 Belgische premiers
s-126 Officiële site van de Belgische Monarchie
s-127 Nationaal Instituut voor de Statistiek
s-128 België
s-129 Overige
s-130 Belgisch patrominium in beeld
s-131 VL Belgian History Index
s-132 «... meer externe links in de Open Directory »
s-133 Het Nederlands is de officiële taal in het Vlaams Gewest en samen met het Frans in Brussel, terwijl het Frans in Wallonië de officiële taal is, naast het Duits in enkele oostelijke gemeenten.
s-134 De hoofdstad Brussel is formeel tweetalig, maar de praktijk wijst uit dat de meerderheid van de bevolking Frans spreekt.
s-135 De tussen Nederland en het Franstalige Wallonie ingeklemde Voerstreek is een enclave welke onderdeel is van Vlaanderen, en formeel derhalve Nederlandstalig.
s-136 bar:Belgien
s-137 Demografie
s-138 .
s-139 België heeft nu ruim 10,5 miljoen inwoners.
s-140 Het Vlaams Gewest heeft er daarvan 6,0 miljoen, het Waals Gewest 3,4 miljoen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,0 miljoen.
s-141 In vergelijking met andere landen is de Belgische bevolking relatief traag gegroeid: 4,5 miljoen in 1850, bijna 7 miljoen in 1900, 10 miljoen in 2000.
s-142 Ter vergelijking: de Nederlandse bevolking evolueerde van « de helft minder » (3 miljoen in 1850) tot meer dan « de helft meer » (16 miljoen in 2000).
s-143 Taal
s-144 België
s-145 Gesproken talen in België zijn:
s-146 Nederlands (ca. 60%)
s-147 Frans (ca. 40%)
s-148 Duits (<1%)
s-149 Gebarentalen: Vlaamse Gebarentaal (VGT, ca. 6000 moedertaalgebruikers), Frans-Belgische Gebarentaal (LSFB, ca. 5000 moedertaalgebruikers).
s-150 Religies
s-151 Statistieken over de geloofsopvattingen van de Belgische bevolking zijn over het algemeen onbetrouwbaar.
s-152 De overgrote meerderheid van de Belgen is katholiek: naar gelang van de bronnen 60 tot 90 %.
s-153 Het wekelijkse kerkbezoek der katholieken is anno 2004 gedaald tot onder 10 percent, en volgens sommige bronnen zelfs tot onder 5 procent.
s-154 De rest van de belgen is grotendeels agnost of vrijzinnig (ca. 28%), islamitisch (ca. 4%), protestants (ca. 1%) en joods (minder dan 1%).
s-155 Bestuurlijke indeling
s-156 Achtergrond
s-157 Na een gelukte poging om België los te scheuren van Nederland en een mislukte poging om aan te sluiten bij Frankrijk (zie rattachisme), werd gekozen voor onafhankelijkheid met een koning aan het hoofd.
s-158 Dit werd, onder Engelse druk, een vorst die verwant was aan het Britse koningshuis, Leopold van Saksen-Coburg-Gotha.
s-159 Meteen werd geopteerd voor een constitutionele monarchie, en indertijd was de grondwet de liberaalste ter wereld.
s-160 In de tweede helft van de 20ste eeuw evolueerde het politieke stelsel naar een particratisch zuilenbestel.
s-161 In de eerste decennia van het nieuwe land was het bestuur (onder andere wegens het cijnskiesstelsel) vrijwel volledig Franstalig en elitair.
s-162 Niettemin werden de eerste taalwetten reeds gestemd op het einde van de 19e eeuw.
s-163 Hiermee werden de landstalen nog niet gelijkwaardig.
s-164 Zo zorgde de onderwijswet van 1876 er voor dat het middelbaar onderwijs in Vlaanderen tweetalig werd, maar niet in Wallonië.
s-165 Dit gelijkwaardig stellen gebeurde pas met de taalwet van 1932, toen het middelbaar onderwijs eentalig werd: Nederlands in Vlaanderen, en Frans bleef in Wallonië.
s-166 De toepassing van de gelijke rechten van taalgroepen in overheid, scholing en rechtspraak verliep echter traag, onwillig en vaak slechts na lang aandringen.
s-167 Dit is mee de katalysator geweest voor een centrifugale beweging in het unitaire België.
s-168 Die werd bij de oprichting van het zogenaamde Centrum Harmel (genoemd naar politicus Pierre Harmel) in 1948 voor het eerste officieus erkend.
s-169 Het Belgische federalisme is ongewoon in die zin dat het tegelijk ook enkele sterke unitaire kenmerken vertoont (de openbare financiering is voor meer dan 90% unitair), en ook tweeledig-confederalistische (de politieke partijen richten zich quasi uitsluitend tot of de Vlaamse of de Franstalige gemeenschap; er bestaan slechts enkele zeer kleine nationale partijen).
s-170 Langzamerhand meende men dat de tweeledige maatschappelijke structuur van België geen unitaire politieke structuur verdraagt.
s-171 België werd een gedecentraliseerde staat, om in een vijftal staatshervormingen (in 1970, 1980, 1988-89, 1993 en 2001-2003) officieel in 1993 een federale staat te worden, in een soort dubbel federalisme.
s-172 België (Frans: « Belgique », Duits: « Belgien »), officieel het Koninkrijk België, is een West-Europees land begrensd door de Noordzee in het westen, Nederland in het noorden en noordoosten, Duitsland in het oosten, Luxemburg in het zuidoosten en Frankrijk in het zuiden.
s-173 Dit dubbel federalisme, met als architecten Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene, Hugo Schiltz, Guy Spitaels en Jean Gol kenmerkt zich door volgende regeringsniveaus, elk met eigen verkozen volksvertegenwoordiging en regering:
s-174 1 federale staat
s-175 3 gewesten (zie bovenste kaart)
s-176 Vlaams Gewest (olijfgroen), Waals Gewest (rood), Brussels Hoofdstedelijk Gewest (blauw)
s-177 3 gemeenschappen (zie onderste kaart)
s-178 Nederlandstalig (olijfgroen), Franstalig (rood), Duitstalig (blauw)
s-179 Bovendien omvat België vier taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied.
s-180 De Vlamingen fusioneerden onmiddellijk hun gewestelijke en gemeenschapsinstellingen.
s-181 Ze hebben sindsdien 1 Vlaams parlement en 1 Vlaamse deelregering, beide met zetel te Brussel.
s-182 De Franstaligen beslisten om hun afzonderlijke bestuursorganen (Waals, Brussels, Duitstalig, Franstalig en de lokale Franstalige gemeenschapscommissie in Brussel) gescheiden te houden.
s-183 In het Brussels Hoofdstedelijk gewest zijn de Nederlandstalige en Franstalige gemeenschappen elk bevoegd voor de eigen gemeenschapsmateries.
s-184 De gewesten zijn vooral bevoegd voor territoriale materie (bijvoorbeeld economie, ruimtelijke ordening, openbare werken, milieu,...).
s-185 De gemeenschappen spitsen zich toe op culturele factoren (incl. sport, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek) en de federale staat neemt de (grote) rest voor zijn rekening (defensie, buitenlandse zaken, economische en monetaire unie, pensioenen, ziekteverzekering,...).
s-186 Gewesten en gemeenschappen kunnen decreten of (in het Brussels Hoofdstedelijk gewest) ordonnanties uitvaardigen die kracht van wet hebben in het eigen gewest of de eigen gemeenschap.
s-187 Een bijzonder rechtscollege, het Arbitragehof, waakt erover dat de wetgeving van de federale regering, de gemeenschappen en gewesten de bevoegdheidsverdeling tussen deze verschillende entiteiten eerbiedigt.
s-188 Het Arbitragehof kan wetsbepalingen vernietigen die deze bevoegdheidsverdeling schenden.
s-189 Bepaalde aspecten van dit federalisme zijn minder verregaand dan de meeste andere federale staten (zo hebben de deelstaten weinig fiscale autonomie en minder dan 20% van de globale openbare uitgaven), anderen gaan dan weer verder (ontbreken van normenhiërarchie).
s-190 Heden is er in Vlaanderen een trend naar confederalisme toe.
s-191 Vlaamse onafhankelijkheid geniet echter minder bijval.
s-192 Een meerderheid van de Vlaamse partijen lijkt te kiezen voor hetzij een verder doorgedreven federalisme, hetzij een confederalisme.
s-193 Een kleine Franstalige minderheid streeft naar aanhechting van Wallonië en Brussel bij Frankrijk.
s-194 De hoofdstad van Vlaanderen is Brussel, de hoofdstad van Wallonië is Namen.
s-195 Brussel is ook de hoofdstad van Franse Gemeenschap.
s-196 Deze laatste noemt zichzelf sinds kort ook 'Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel'.
s-197 De hoofdstad van de Duitstalige gemeenschap is Eupen.
s-198 Indeling
s-199 Het Vlaams Gewest (Vlaanderen) is ingedeeld in 5 provincies:
s-200 Antwerpen (hoofdstad Antwerpen)

Text viewDownload CoNNL-U