s-301
| Amerikanen waren de boeven in « De geheimzinnige ster », die verscheen onder het toeziend oog van de Duitse bezetter, waardoor hem soms ook collaboratie met de nazi's in de schoenen geschoven wordt. |
s-302
| Ondanks dat het bewijs al meermaals geleverd is dat Hergé geen uitgesproken mening had over zulke zaken, blijven sommigen hem echter betichten van racisme en collaboratie. |
s-303
| Andere strips van Hergé zijn Jo, Suus en Jokko en Quick & Flupke. |
s-304
| In 2005 werd Hergé genomineerd als één van de 111 kansmakers op de titel 'De Grootste Belg'. |
s-305
| In de Vlaamse versie eindigde hij op nr. 24, in de Waalse op nr. 8. |
s-306
| Hergé ligt begraven op de 'Begraafplaats van Dieweg' in Ukkel in Brussel. |
s-307
| Hergé Genootschap |
s-308
| Latin American Club of Tintin |
s-309
| Hergé |
s-310
| Hergé, pseudoniem van « Georges Rémi » (Etterbeek, 22 mei 1907 -- Brussel, 3 maart 1983) was een Belgische striptekenaar. |
s-311
| Als je de initialen van zijn naam omdraait (RG) en in het Frans uitspreekt, klinkt dat als « erzjee » wat je in het Frans kunt schrijven als « Hergé ». |
s-312
| Hergé is, naast Franquin en Goscinny, een van de grote scheppers van de Europese humoristische avonturenstrip van halverwege de 20e eeuw. |
s-313
| Zijn bekendste creatie is ongetwijfeld Tintin (Kuifje), een jonge krantenverslaggever die over de hele wereld in avonturen verzeild raakt. |
s-314
| Het grootste talent van Hergé was wellicht dat hij een begenadigd regisseur was. |
s-315
| Dat komt tot uiting in de manier waarop zijn verhalen zijn opgebouwd en uitgebeeld. |
s-316
| Vreemd is het dan ook niet dat groten uit de filmwereld, zoals Steven Spielberg, bewondering hadden voor Hergé. |
s-317
| Spielberg gaf zelfs toe dat de figuur van Indiana Jones op de avonturen van 'Kuifje' gebaseerd was. |
s-318
| Om zijn wat zwakkere tekenkwaliteiten te maskeren, ontwikkelde Hergé een techniek die een eigen leven is gaan leiden: de Klare lijn. |
s-319
| In deze stijl worden niet of nauwelijks schaduwen of kleurverlopen gebruikt en worden elementen van een tekening met duidelijke zwarte lijnen begrensd. |
s-320
| Hergé besteedde veel zorg aan zijn tekeningen en dat valt eraan af te zien: heldere afbeeldingen waarin de actie in één oogopslag duidelijk is. |
s-321
| Hergé raakte in een politiek conflict betrokken toen hij het ware verhaal van de aanval van Japan op China in het Kuifje-album « De Blauwe Lotus » probeerde te vertellen. |
s-322
| Weinigen in Europa hadden op dat moment van de ware toedracht gehoord. |
s-323
| « De Blauwe Lotus » is een keerpunt in de ontwikkeling van Kuifje. |
s-324
| Dit was het eerste album waarin Hergé ook nauwgezet onderzoek deed naar de wereld waarin zijn verhalen zich afspeelde. |
s-325
| Daarvoor verzon hij auto's, schepen en gebouwen vaak zelf en maakte hij culturen en volken tot stereotypen. |
s-326
| Dankzij deze stereotypen en latere vergissingen, wordt Hergé nog vaak gezien als racist, temeer omdat hij Leon Degrelle, dé Belgische aanhanger van Hitler tijdens de Tweede Wereldoorlog, gekend heeft voor deze in de politiek stapte. |
s-327
| In 1873 liep de jonge Ensor school op het Oostendse O.L.V.-college. |
s-328
| Hij bleek algauw een tuchtloos leerling te zijn, maar hij toonde wel al een grote voorliefde voor tekenen. |
s-329
| De archieven van het Onze-Lieve-Vrouwecollege bevat een boekje 'Le petit sécrétaire' met op het titelblad 'Een ruiter te paard', getekend door de jonge Ensor. |
s-330
| Hij toonde zijn eerste tekeningen en schilderwerkjes, toen hij amper 14 was, aan de toen bekende meester Louis Dubois, die hem aanmoedigde. |
s-331
| Hij bleef slechts twee jaar op deze school. |
s-332
| Hij volgt dan schilder- en tekenlessen bij twee Oostendse aquarellisten Dubar en Van Cuyck. |
s-333
| Ook hier toonde hij zich opstandig en had geen hoge dunk van hun 'bedrieglijke spons- en tekentechniek van hun saai, geborneerd en doodgeboren metier'. |
s-334
| In 1876 volgt hij tekenlessen naar het antiek en naar het levend model aan de Oostendse Academie voor Schone Kunsten. |
s-335
| Uit die periode dateren zijn eerste schilderijtjes over de zee, het strand en duin- en polderlandschappen, zoals 'Duinen' (rond 1876), 'Zicht op Mariakerke' (1876), 'De triomfwagen' (1877), 'De badkoets op het strand' (1877). |
s-336
| Ensor was 17 jaar toen hij, op 8 oktober 1877, zich liet inschrijven aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Brussel. |
s-337
| Het was de enige keer dat hij Oostende verliet voor een langere tijd. |
s-338
| Hij zou drie jaar wegblijven. |
s-339
| James huurde een kleine kamer in de St.-Janstraat, in de nabijheid van de Grote Markt. |
s-340
| Hij maakte er kennis met o.a. Fernand Khnopff. |
s-341
| Zijn leraren gaven hem de cursussen schilderen en tekenen naar het klassieke model. |
s-342
| Maar hij kreeg het weer aan de stok met zijn leraars. |
s-343
| Uit die periode dateert 'Golfbreker te Oostende' (1878), 'Naakte jongen' (1878), 'Polderlandschap' (1878), 'Man met de gewonde arm' (begin 1879), 'Zelfportret' (1879), 'Het meisje met de wipneus' (1879) en 'Ensor voor de schildersezel' (1879). |
s-344
| Toen Ensor 20 jaar was, in 1880, verliet hij de academie en verliet daarmee ook meteen Brussel. |
s-345
| Het resultaat van zijn opleiding was niet zo schitterend geweest. |
s-346
| Hij kreeg maar een zevende prijs voor het tekenen naar het klassieke model en slechts een tiende prijs voor het schilderen naar de natuur. |
s-347
| Hij keerde naar Oostende terug, bij zijn ouders op de hoek van de Vlaanderenramp en de Van Iseghemlaan (dit huis is onlangs afgebroken). |
s-348
| Om te ontsnappen aan zijn bazige moeder trekt hij zich terug op de zolder en richtte er zijn eerste atelier in. |
s-349
| Vanuit zijn venster heeft hij een uitzicht in vogelperspectief op de zee, op straten, gebouwen en voorbijgangers. |
s-350
| Dit uitzicht zal zich dan ook weerspiegelen in vele werken. |
s-351
| Hij blijft hier wonen tot 1917 en hij maakt ook hier zijn beste schilderijen. |
s-352
| In datzelfde jaar 1880 schilderde hij zijn overbekende 'De jongen met de lamp' in overwegend donkere kleuren (gekocht door de staat in 1895 voor 2500 frank) en zijn werken 'Grijze zee' (1880), 'Stilleven met eend' (1880), 'Het moeras' (1880). |
s-353
| Hij blijft productief en schildert in 1881 zijn 'Vlaanderenstraat in de sneeuw', 'Portret van mijn vader', 'De sombere dame', 'Namiddag te Oostende' ' De wolkammer 'en' Vrouw met de blauwe sjaal '. |
s-354
| Les vingt |
s-355
| Hij stuurt, gesteund in zijn talent door de Brusselse avant-garde, in 1881 drie schilderijen (« De koloriste », « Het burgersalon » en « Nature morte ») naar het progressieve salon « Chrysalide » en in 1882 het schilderij 'De Russische muziek' naar de tentoonstelling « Exposition Générale des Beaux-Arts » te Brussel. |
s-356
| Het schilderij 'Het burgersalon' geeft de verstikkende sfeer terug van zijn eigen huiselijke omgeving. |
s-357
| Hij schildert in 1882 zijn 'Portret van mijn moeder', 'De oestereetster' en 'De dame in nood'. |
s-358
| Vanaf 1882 gaat Ensor behoren tot de kunstkring « L'Essor ». |
s-359
| Hij neemt deel aan de zesde (1882) en de zevende (1883) tentoonstelling van deze groep. |
s-360
| In 1885 staat hij opnieuw op het salon van L'Essor. |
s-361
| James Ensor |
s-362
| 'De oestereetster' werd trouwens 20 jaar later aangekocht door het Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, op het Triënnale Salon van 1904. |
s-363
| Het werk van Ensor werd meermaals afgewezen, ook door « L'Essor ». |
s-364
| Zijn meeste schilderijen werden echter met misnoegdheid bekeken. |
s-365
| Hij voelde zich miskend, 'bemaskerd'. |
s-366
| Zijn totale inzending voor het Salon des Beaux-Arts van Antwerpen werd geweigerd. |
s-367
| Daarin zaten o.a. 'Namiddag te Oostende' (1881) en 'De oestereetster' (1882), twee werken die later tot zijn meesterstukken zouden gerekend worden. |
s-368
| Met 'de oestereetster' neemt Ensor afstand van de donkere sfeer in zijn vorige schilderijen. |
s-369
| Hij schildert zijn zuster in een heldere wereld van kleur en licht. |
s-370
| Deze verwerping door het salon en door de kunstkritiek betekent een grote ontgoocheling voor Ensor. |
s-371
| Ensor besluit afstand te nemen van de objectieve realiteit en voortaan zijn eigen gang te gaan. |
s-372
| Hij stelt tentoon in het Kursaal van Oostende in 1882 en 1883, op de 32ste Triënnale van Gent (1883) en op het salon van de « Société Royale des Aquarellistes Belges » (1883). |
s-373
| Hij schildert in 1883 het troosteloos bestaan van 'De dronkaards' en in 1884 het kleurrijke doek 'Daken van Oostende', waarvan de onstuimige hemel enigszins doet denken aan 'De laatste reis van het oorlogsschip Téméraire' van William Turner. |
s-374
| Trouwens in 1887 gaat Ensor, samen met Guillaume Vogels, naar Londen om het werk van Turner beter te leren kennen. |
s-375
| De Brusselse jurist Octave Maus ontpopte zich als geestdriftig organisator, mecenas, spreekbuis en bezieler van een revolterende nieuwe kunstenaarsgroep, Les vingt. |
s-376
| Les XX werd geboren in oktober 1883 en zou uitgroeien tot een merkwaardige groep vernieuwers in de Belgische kunstwereld. |
s-377
| James Ensor was een stichtend lid. |
s-378
| Hij exposeert op hun eerste tentoonstelling in 1884 met zes werken. |
s-379
| Hij krijgt nu een eerde geringschattende kritiek, met o.a. een eerste artikel in L'Art Moderne (een tijdschrift geleid door Octave Maus). |
s-380
| Maar zijn inzending voor het Salon van Brussel wordt opnieuw geweigerd. |
s-381
| Hij stuurde twintig werken naar het salon van Les XX van 1886, maar de kritiek besprak enkel zijn techniek en niet de kunstwaarde van zijn werken. |
s-382
| Hij zal deze kritiek afkraken in zijn werk 'De Calvarie' met Ensor aan het kruis, als slachtoffer van onbegrip, en de criticus als Romein die zijn zijde opensteekt. |
s-383
| Ensor tekenaar en etser |
s-384
| Op zijn 25e jaar doken darmklachten op en dat werd de eerste chronische bezorgdheid omtrent zijn gezondheid. |
s-385
| Zijn eerste tekeningen van de reeks 'Aureolen van Christus' of 'De gevoeligheden van het Licht' zagen inderdaad het licht ('De aanbidding van de herders', 'Christus wordt aan het volk getoond', 'Intrede te Jeruzalem', 'Satan en de fantastische legioenen pijnigen de Gekruisigde', 'de kruisafneming en de Hemelvaart van Christus'). |
s-386
| Zijn angsten en hallucinaties werden niet begrepen bij Les XX. |
s-387
| Men sprak over een voortbrengsel van een ziek brein. |
s-388
| Maar Emile Verhaeren bespeurde in die werken de invloed van Rembrandt |
s-389
| 1886 was een keerpunt in de artistieke evolutie van Ensors 'Licht'. |
s-390
| Hij nam afstand van zijn sombere 'interieurs'. |
s-391
| Hij maakte zijn eerste etsen, o.a. 'Zelfportret pas fini' (1885) en het meesterwerk 'De kathedraal' (1886), waarmee hij even beroemd werd. |
s-392
| Met 'Christus bedaart de storm' (1891) schoot hij roos in het modernisme. |
s-393
| Ensors spectaculaire meesterstuk |
s-394
| Twee jaar later, Ensor was inmiddels 28 jaar, in 1888, begon Ensor aan zijn magistrale 'Intrede van Christus in Brussel'. |
s-395
| Dit werd het meest spectaculaire werk van de jonge meester, dat nadien ook zijn roem zou uitdragen over de gehele wereld. |
s-396
| Het werk was een jaar later echter niet af om op het Salon des XX geëxposeerd te worden. |
s-397
| James Ensor (Oostende, 13 april 1860 - 19 november 1949) was een Belgisch (Vlaams) kunstschilder. |
s-398
| Hij wordt algemeen erkend als de belangrijkste vernieuwer van de moderne kunst in België. |
s-399
| Het was een indrukwekkend werk geworden van 2,58 meter hoog en 4,31 meter lang. |
s-400
| Zijn zolderatelier was niet hoog genoeg en hij moest het doek spijkeren aan de muur, terwijl het onderste gedeelte op de grond blijft liggen. |